De gemeente Den Haag hoeft geen maatregelen te nemen tegen het spelen van het carillon van de Grote Kerk in het centrum de stad. Een omwonende had bij het gemeentebestuur geklaagd over geluidsoverlast van het carillon.
Toen de gemeente weigerde daar iets aan te doen stapte de man naar de rechter en uiteindelijk naar de Raad van State. Carillonmuziek is volgens het gemeentebestuur ‘onversterkte muziek’ die bij het bepalen van het geluidsniveau buiten beschouwing blijft. Het maakt volgens het gemeentebestuur bovendien deel uit van de muzikale tijdsaanduiding. Het geluid duidt speciale gelegenheden aan door muziek, zodat iedereen daarvan op de hoogte wordt gebracht. Daarnaast meent het gemeentebestuur dat het gebruik van het carillon bijdraagt aan het behoud van cultureel erfgoed, wat ook een vorm van openbare dienstverlening is. De Raad van State si het daar mee eens.
Het carillon wordt op maandag, woensdag en vrijdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur bespeeld door een beiaardier. Daarnaast is er een zogenoemde speeltrommel aanwezig. Die zorgt ervoor dat het carillon tussen 08.15 uur en 21.00 uur elk kwartier automatisch een kort melodietje speelt.